top of page

Leiderschap: wortels en vleugels geven

Bijgewerkt op: 29 apr. 2021

Danny en Ilse Cassimon-Desaeger





In Genesis 1:28 lezen we dat in de Tuin, een veilige plek waar God en de mens mekaar van aangezicht tot aangezicht ontmoetten en alles met elkaar bespraken, God Adam en Eva zegende en hen de opdracht gaf vruchtbaar te zijn, talrijk te worden, de aarde te vervullen, en hen de autoriteit gaf die aarde te onderwerpen en over haar te heersen. En alhoewel de mens door de zondeval deze autoriteit over de aarde dan vervolgens afstond aan Satan, is deze autoriteit terug opgeëist en aan ons allen teruggegeven door (het offer van) Jezus, en is de oorspronkelijke opdracht om het koninkrijk Gods op de gehele aarde te vestigen door Jezus bevestigd (zie bijv. Matt. 28:18-19).

Er is dus weinig ruimte om te zeggen: ik ben geen leider; leiderschap opnemen: ik kan dat niet of wil dat niet. De bijbel roept ons op om dat te doen; we zijn allemaal als het ware als zonen en dochters werkzaam in het familiebedrijf, de zaak van ons Vader. En we hebben verantwoordelijkheid en kracht gekregen om die taak te vervullen. En ieder van ons staat sowieso in bepaalde autoriteitsrelaties, in situaties waar we goed leiderschap moeten tonen, als ouder, partner, verantwoordelijke op het werk, in een andere organisatie, en/of in de kerk.

Wat is dat dan, goed leiderschap? Uiteraard leiderschap zoals God het uitoefent. En omdat God liefde is, kan leiderschap niks anders zijn dan liefde zoals concreet geuit binnen een autoriteitsrelatie. Nog redelijk vaag. Want betekent dit altijd iedereen zijn zin geven? Duidelijk niet. Hoe kunnen we dat principe dan wat meer concrete en simpele handen en voeten geven? Een klein zinnetje uit een boek van Bill Johnson (‘ ‘) werkte voor ons daarbij als een enorme blikopener: op p.31 schrijft hij: “God’s way is much different than the common view of ruling today”. En dan komt het: “It is always a rule of protection and empowerment”. Vrij vertaald: Gods leiderschap is altijd een combinatie van enerzijds beschermen en anderzijds toerusten, bekrachtigen, laten uitstappen. Of om het met een beeld uit te drukken dat vaak in een opvoed- en onderwijskundige context gebruikt wordt: een combinatie van het geven van ‘roots’ en ‘wings’, wortels en vleugels.

Het beschermende aspect wijst dan naar leiderschap dat voor anderen een veilige situatie en geborgenheid creëert, dat werkt aan wederzijds respect en onvoorwaardelijke aanvaarding, dat werkt aan stevige wortels en veilige hechting vanuit het besef van wie ze zijn; diepe wortels die bestand zijn tegen periodes van droogte en tegenstand. Vertaald naar onze christen-zijn: een ‘vrijplaats’ scheppen waar we God in alle veiligheid kunnen ontmoeten, en groeien in besef van onze identiteit als zonen en dochters van de Allerhoogste. Net zoals de Tuin voor de mens een beschermende situatie creëerde om God te ontmoeten alvorens uit te stappen naar de volledige aarde. En het ‘empowerende’ wijst naar leiderschap dat tegelijkertijd toerust, opleidt, op gepaste tijden verantwoordelijkheid geeft, loslaat en kansen geeft om uit te stappen; dat sterke vleugels geeft niet alleen om uit te vliegen maar ook op koers te blijven, zelfs bij krachtige tegenwind.

Beide dimensies zijn daarbij nodig in een gezonde balans: louter beschermend leiderschap zal snel leiden tot verstikking, creëert ongezonde afhankelijkheid en gemakzucht, terwijl louter empowerend leiderschap tot onverantwoorde vrijheid kan leiden, tot het opnemen van taken waar met niet klaar voor is, tot streefgedrag en actie vanuit eigen kracht (in plaats van vanuit Gods kracht). Een balans die vaak ook voortdurend in beweging is, waarbij de beschermende dimensie relatief minder belang gaat innemen naarmate we groeien.

Al het voorgaande is misschien het meest evident toepasbaar op de autoriteitsrelatie van ouders tegenover hun kinderen: als baby zijn kinderen bijna volledig hulpeloos en hebben veel bescherming en veilige hechting nodig, naarmate ze ouder worden blijven bepaalde beschermende dimensies cruciaal, maar wordt het opleiden, uitstappen en loslaten meer en meer belangrijk, en even cruciaal om hen te laten uitgroeien tot verantwoordelijke volwassenen.

Maar het is niet omdat we geen kinderen hebben dat we niet in autoriteitssituaties staan. En het is belangrijk te zien dat we ook daar diezelfde handvaten kunnen gebruiken.

Eerst en vooral in de relatie met onszelf, en de uitbouw van onze persoonlijke relatie met God. We zijn daarbij verantwoordelijk om ons leven voldoende veilig in te richten, ons lichaam voldoende te verzorgen, geen roekeloze dingen te ondernemen, en om voldoende tijd in te bouwen in ons leven voor persoonlijke ontmoeting met God, om ten volle tot besef te komen wie wij zijn in Hem. Maar niet om ons dan daartoe te beperken, onder het motto: ik ben gered, ik weet mij aanvaard door Mijn Hemelse Papa, dat is genoeg. Maar integendeel om stevige worteling in God te gebruiken om uit te vissen wat Gods concrete plan is met mijn leven, hoe ik met Hem kan en mag samenwerken tot uitbouw van Zijn Koninkrijk, en niet van het mijne.

Ook binnen een huwelijk naar onze partner toe kan het handvaten bieden voor een wederzijds opnemen van verantwoorde autoriteit naar mekaar, die zowel voldoende bescherming, trouw en wederzijds respect biedt, alsook de ander niet alleen vrijlaat maar ook aanmoedigt om verder uit te stappen in professionele en Goddelijke engagementen.

Het geldt net zozeer voor leiderschap binnen een professionele context of in andere organisaties waar we verantwoordelijkheid opnemen en zo op een plaats staan waar we andere mensen aansturen. Als lesgever bijvoorbeeld streven naar het creëren van een veilig leerklimaat in de klas, zodat studenten weten dat ze met respect gaan behandeld worden door mezelf en hun medestudenten, geen enkele vraag of antwoord dom is, dat ze weten hoe ze gaan geëvalueerd worden en tegelijkertijd trachten er zo bewust mogelijk voor te zorgen via activerende lesvormen dat ze uitgedaagd worden om zelf te denken, en het aangebodene op hun specifieke professionele situatie toe te passen.

En uiteraard kan het ook concrete handvaten bieden voor goed leiderschap in de kerk. Bieden we als K/kerk voldoende veiligheid, wederzijds respect, steun en hulp bij moeilijke situaties en een klimaat waarin God persoonlijk kan ontmoet worden, zonder te vervallen in creatie van afhankelijkheid en gemakzucht. Maar waarin we tegelijkertijd onze mensen toerusten, een klimaat scheppen om hun Godgekregen gaven en talenten te laten ontdekken, ze vervolgens in een meer veilige setting eerst te laten experimenteren en leren vliegen, bijvoorbeeld in kleinere huis- of themagroepen, vooraleer er vervolgens verantwoord mee aan de slag te gaan en uit te vliegen, binnen en/of buiten de kerk. Een klimaat.

Met andere woorden, kerk als familie.

bottom of page